Jakobsen is vier kilo lichter en ‘moet zichzelf opnieuw uitvinden’ in 2025.
Er waren jaren waarin wielrenner Fabio Jakobsen zijn concurrentie in de sprint vermorzelde. In 2022 bijvoorbeeld reed ‘De Hulk van Heukelum’ maar liefst zestien keer naar het hoogste podium, maar vorig seizoen kon de 28-jarige renner van het huidige Team Picnic-PostNL slechts één keer zegevieren. Het moet dus beter en daar werkt Jakobsen deze winter hard aan.
“Ik was vorig jaar te weinig een wielrenner en vooral een te zware sprinter. 2025 moet en wordt beter.”
Na zes jaar Quick-Step, waarin hij onder meer kon leunen op een ervaren helper als Michael Mørkøv, maakte Jakobsen vorig seizoen de overstap naar DSM-firmenich-PostNL. Een jaar dat behoorlijk tegenviel.
“Als ik het seizoen een cijfer moet geven? Een 5 min. Waarom? Na zes jaar bij dezelfde ploeg raak je gewend aan bepaalde processen. Hier werkten we met nieuwe mensen en nieuw materiaal. Het was zoeken voor mij. Daarnaast had ik wat ongelukkige valpartijen in de Giro d’Italia en in aanloop naar de Tour de France.”
‘Te zwaar’
Even terug naar de Tour van afgelopen jaar. De vijfde etappe is verreden en Jakobsen spreekt zorgelijke woorden: “Ik heb niet echt meer een topsprint”. Inmiddels nuanceert hij die woorden. “Ik bedoelde dat het versnellen in een sprint en mijzelf lanceren, zoals dat vroeger ging, die dag niet lukte. Dat was ik kwijt.”
Dat kwam doordat Jakobsen vorig jaar verkeerd trainde en daardoor te zwaar werd, weet zijn coach Roy Curvers. “Wij investeerden in krachttraining om zo zijn sterkste wapen, de pure sprintsnelheid, nog meer aan te scherpen. Maar Fabio hoeft nog maar naar een gewicht te kijken of hij maakt al spiermassa aan. En die raak je dan niet zo snel weer kwijt. Die massa moet je bergop ook weer meeslepen. Daardoor was hij bijvoorbeeld in de Giro d’Italia drie kilo te zwaar.”
Met dat extra gewicht moest de sprinter ook meer energie steken in de positionering voor de sprint, waardoor hij vaak te snel verzuurd raakte in de finale.
“De koers is ook geëvolueerd. Het wordt steeds drukker in de finale”, aldus Jakobsen. “Niet alleen de sprinters zijn er, maar ook teamgenoten van sprinters. Daardoor moet je om steeds meer mensen heen en daar moet je wel de benen voor hebben. Je moet je aanpassen aan de koers, maar ik moet mezelf ook deels opnieuw uitvinden.”
“Het belangrijkste is dat ik weer in de finale van de koers kom met de krachtexplosie die ik in het verleden had. Er moet dus gewerkt worden aan de algehele conditie en dat gemixt met de positionering aan het einde van de koers. Dan kom ik frisser aan in de finales en kom ik ook frisser door de dagen heen.”
Daarnaast let hij extra op zijn voeding en op de balans tussen de duurtrainingen en de intervaltrainingen. Zo wil hij situaties zoals vorig jaar in de Ronde van Frankrijk voorkomen. Doordat het openingsweekend uit twee relatief zwaardere etappes bestond, maakte een enigszins vermoeide Jakobsen in de eerste sprintetappe geen kans op de dagzege.
Vier kilo lichter
Al sinds november is de sprinter volle bak aan de slag in Spanje. “Meer meters maken en wat minder krachttrainingen inderdaad”, zegt Curvers. En dat lijkt voor Jakobsen, naar eigen zeggen, te werken. Hij is ten opzichte van januari 2024 nu vier kilo lichter.
“Ik denk dat ik al scherper sta dan voorheen in januari. Ik heb twee perfecte maanden gehad, maar ik heb nog een maand te gaan voor ik start in de AlUla Tour.”
En dan moet het komend jaar toch echt beter gaan. “Daar doe ik mijn uiterste best voor en ik heb ook alle reden om aan te nemen dat het beter wordt. Ik heb er veel vertrouwen in.”
Dat vertrouwen is bij zijn ploegleider niet anders. “Wij weten gewoon dat die topsprinter in hem nog altijd leeft. Dat willen we dit jaar als eerste weer naar boven krijgen. Waar hij wint maakt niet uit, als hij maar weer wint.”
Voor Jakobsen staat één wedstrijd wel groot in zijn agenda. “De Tour.” In Lille, tijdens de openingsetappe, moet Jakobsen met nog minder gewicht aan de start staan.
“Om die etappe staat een grote rode cirkel. Alles staat voor mij in dat teken. En van winnen. Daarvoor ben ik namelijk op de fiets gestapt, dat moet ik blijven doen.”
Bovenstaande informatie komt van Sportredactie NOS.