PSG blijft superieur in Franse Supercup; Monaco in blessuretijd verslagen.
Paris Saint-Germain heeft voor de dertiende keer in de historie de Trophée des Champions gewonnen, de Franse Supercup. Al ging dat dit keer niet heel gemakkelijk. Pas in blessuretijd zorgde Ousmane Dembélé in Doha voor de enige treffer tegen AS Monaco: 1-0.
PSG won afgelopen seizoen de Ligue 1 en de Coupe de France en nam het daarom in de strijd om de Supercup op tegen de nummer twee van de Ligue 1.
Waar te spelen?
De wedstrijd had eigenlijk in de zomer plaats moeten vinden. De Trophée des Champions wordt al sinds 2009 veelvuldig buiten de Franse landsgrenzen gespeeld. Dit jaar zou dat eigenlijk in Peking gebeuren.
Maar een evenement rondom de 60ste verjaardag van de Frans-Chinese betrekkingen kreeg geen vergunningen en dus ging de wedstrijd niet door.
Daarna was het plan om de Franse Supercup eind augustus te laten plaatsvinden, maar dat viel tegelijk met de openingsceremonie van de Paralympische Spelen. Uiteindelijk werd Doha een half jaar later het onderkomen van deze wedstrijd.
In de Qatarese hoofdstad kreeg het publiek in eerste instantie vooral een aanvallend PSG te zien. Maar de Franse kampioen schoot vooral van afstand en niet nauwkeurig genoeg. Désiré Doué (lat) en Lee-Kang (net over) waren het dichtst bij een treffer.
Teze valt in bij Monaco
In het tweede bedrijf kroop Monaco, waar Jordan Teze vier minuten voor tijd mocht invallen, wat meer uit zijn schulp. Keeper Gianluigi Donnarumma moest meerdere keren de ploeg uit de Franse hoofdstad op de been houden en ook de paal werd geraakt door Monaco.
Maar het bracht PSG niet van slag. In de blessuretijd kreeg de ploeg nog twee enorme kansen. Waar de eerste gemist werd, ging de tweede raak. Fabián Ruiz gaf een bal strak voor. Iedereen liet de bal lopen, maar Dembélé lette op en liep de bal binnen.
Daarmee wist Paris Saint-Germain voor het derde jaar op rij de Supercup te winnen.
Bovenstaande informatie komt van de Sportredactie NOS.