Veldrijders strijden om Europese titel op razendsnel parcours in zomers Spanje.
Veldrijden is ploegen door de modder, glibberen op de schuine kant en met het slijk op de wangen bibberen in de winterkou. Dit weekend strijden de crossers bij een temperatuur van 24 graden in de Spaanse zon om de Europese titel.
De regenboogstrepen op haar helm verraden haar status als wereldkampioene. Naast de wereldtitel greep Fem van Empel de afgelopen twee jaar ook de Europese titel.
Zondag kan ze de hattrick voltooien op het razendsnelle parcours in het zomerse Pontevedra, een lommerrijk stadje aan de Galicische kust. “Hattricks, daar was ik vroeger als voetbalster altijd goed in.”
Ook nu is Van Empel de grote favoriet. Maar er is een probleem: het parcours in Pontevedra is namelijk wat aan de makkelijke kant. Italië (met de dove veldrijdster Francesca Baroni, van wie we afgelopen winter een portret maakten) werd zaterdag Europees kampioen op de gemengde aflossing. Dat ging met een gemiddelde snelheid van meer dan 31 kilometer per uur.
“Snel, een beetje technisch, kort aanzetten, explosief”, vat Van Empel samen. “Ik denk dat het mij op zich wel goed moet liggen. Het lastige aan dit parcours is dat degenen die achter je zitten heel veel voordeel hebben. Het zijn lange rechte stukken. Ik verwacht dat het gewoon een grote groep blijft. Ik had liever de Koppenberg gehad als EK.”
Na twee jaren waarin ze de cross domineerde en alleen Puck Pieterse (afwezig bij dit EK) af en toe in haar buurt duldde, is haar seizoen tot nu toe wat stroef. Van de vijf veldritten waarin ze van start ging, wist Van Empel er ‘maar’ twee te winnen.
Meteen begonnen mensen te speculeren over haar vorm. “Laat ze maar lekker lullen. Ik weet waar ik mee bezig ben. Mijn doelen zijn dit jaar anders, ik wil pieken op iets andere momenten.”
Lucinda Brand was dit prille seizoen de enige die Van Empel al twee keer op waarde wist te kloppen. Een slijtageslag, zoals Brand het graag heeft, zal het in Pontevedra niet worden. “Wat is er allemaal al gezegd over het parcours?”, vraagt ze met een schamper lachje. “Er had wel iets meer in mogen zitten. Iets meer wat? Uitdaging.”
“Dit weekend was voor mij een piekmoment. Ik denk dat ik niet ver van mijn beste vorm ooit af zit”, vervolgt Brand. “Het is heel lastig om hier een verschil te maken, denk ik. De snelheid is een uitdaging, maar dan volgt de rest. Je moet vooral geen fouten maken, denk ik.”
Maar kan ze in een sprint ook afrekenen met concurrenten als Van Empel, Ceylin del Carmen Alvarado of de Italiaanse Sara Casasola? “Poeh. Ik denk dat ik daar nog maar eens een nachtje over moet dromen.”
Eigenlijk zouden de vrouwen, zoals gebruikelijk, op zaterdag hun kampioenschap rijden. Maar om ze in staat te stellen op vrijdag ook de Koppenbergcross te rijden werd hun wedstrijd verplaatst naar zondag.
Die Superprestige-wedstrijd op de vermaarde kasseienklim bij Oudenaarde leverde twee Nederlandse winnaars op: Van Empel zegevierde bij de vrouwen, Lars van der Haar bij de mannen.
Van der Haar kan in Pontevedra zijn derde EK-titel grijpen. Dan moet hij wel afrekenen met een ijzersterk Belgisch blok, met onder anderen Eli Iserbyt, Thibau Nys en de kampioen van de laatste twee jaar Michael Vanthourenhout.
De grote drie – Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock – ontbreken in Spanje. Zij zullen op zijn vroegst eind december hun opwachting maken.
Ervaringsdeskundige
David van der Poel, de oudere broer van Mathieu, liet in 2021 zelf het EK in Drenthe schieten om in het Spaanse veldritcircuit UCI-punten te scoren.
“Ik heb dat jaar vier of vijf crossen van de Copa de España de Ciclocross gereden. Mijn vader en een vriend van de familie reden met mijn materiaal naar Spanje. Ik ging met het vliegtuig, maar zorgde wel voor een goed hotel en een fijn restaurantje. Dat vond ik toen al leuk om te doen.”
“Vooral in Baskenland is veldrijden heel populair”, vervolgt Van der Poel, die tegenwoordig als agent wielrenners helpt met praktische zaken. “Het is een beetje als de Amerikaanse gravelscene, iedereen kan meedoen en blijft daarna kijken om de profs aan te moedigen.”
Het ontbreekt echter aan een Spaanse topper. Als het aan Felipe Orts ligt, komt daar snel verandering in. De Spaans kampioen, die dit jaar een ploeg vormt met Nederlands kampioen Joris Nieuwenhuis, timmert al jaren internationaal aan de weg.
“Orts komt uit de buurt van Benidorm, waar de laatste twee jaar een wereldbekerwedstrijd wordt georganiseerd”, weet Van der Poel. “In 2021 won ik in Pontevedra het sprintje om de tweede plaats van Orts. Schrijf hem dit EK maar op voor het podium.”
Bovenstaande informatie komt van Sportredactie NOS.